Voor de proef over de taalkennis van de tweede landstaal, bedoeld in de bijlagen B, C en D, moet de kandidaat geslaagd zijn volgens de slaagcriteria vermeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966, om toegelaten te worden tot de volgende proef.
Pour l'épreuve de connaissance linguistique de la deuxième langue nationale, visée aux annexes B, C et D, le candidat doit avoir réussi selon les critères de réussite mentionnés à l'article 8 de l'arrêté royal du 8 mars 2001 fixant les conditions de délivrance des certificats de connaissance linguistiques prévus à l'article 53 des lois sur l'emploi des langues en matière administrative coordonnées le 18 juillet 1966, pour être admis à l'épreuve suivante.