Art. 28. Het personeelslid dat zich kandidaat stelt voor deelname aan de procedure van externe pe
rsoneelsmobiliteit, moet : 1° voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 25; 2° voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden; 3° voldoen aan
de vereiste over de taalkennis, opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; 4° voldoen aan een vereiste inzake specifieke ervaring in een gelijkwaardige graad; 5° een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste evalu
atie; 6° ...[+++]zo nodig, beschikken over het vereiste diploma.Art. 28. Le membre du personnel qui se porte candidat pour la participation à la procédure de mobilité e
xterne du personnel doit : 1° répondre aux conditions visées à l'article 25; 2° répondre aux conditions d'admission générales; 3° répondre à l'exigence concernant la connaissance de la langue, imposée par les lois sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966; 4° répondre à une exigence concernant l'expérience spécifique dans un grade équivalent; 5° avoir obtenu un résultat d'évaluation favorable pour la dernière
évaluation; 6° au besoin ...[+++], disposer du diplôme requis.