Tijdens de parlementaire bespreking inzake het decreet houdende goedkeuring van het Accreditatieverdrag is gesteld dat « de beoordelings- en toetsingskaders tot stand dienen te komen binnen een zeer strikte decretale systematiek (de generieke kwaliteitswaarborgen omschreven in artikel 58 van het structuurdecreet van 4 april 2003) en dat het exequatur door de regering wordt verleend op grond van een toetsing van de beoordelings- en toetsingskaders aan deze meticuleus uitgewerkte systematiek » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2003-2004, nr. 2161/1, p. 5).
Lors des travaux préparatoires du décret portant approbation de la Convention concernant l'accréditation, il a été dit que « les cadres d'appréciation et d'évaluation doivent être élaborés en suivant une systématique décrétale très rigoureuse (les garanties de qualité génériques définies à l'article 58 du décret structurel du 4 avril 2003) et que « l'exequatur est accordée par le gouvernement sur la base d'un contrôle des cadres d'appréciation et d'évaluation au regard de cette systématique méticuleusement détaillée » (Doc. parl., Parlement flamand, 2003-2004, n° 2161/1, p. 5).
