32. wijst erop dat van de vier vrijheden van de interne markt het vrij verkeer van personen het minst succesvol is; spoort derhalve de lidstaten, het Parlement en de Commissie aan vergaande maatregelen te nemen teneinde de erkenning van in andere lidstaten behaalde diploma's te vergemakkelijken; wijst er met nadruk op dat verduidelijking nodig is van de richtlijnen waarin de regels zijn opgenomen die van toepassing op werknemers die in andere lidstaten zijn gevestigd;
32. relève que, des quatre libertés instaurées par le marché intérieur, la libre circulation des personnes a rencontré le moins de succès; engage, par conséquent, les États membres, le Parlement et la Commission à agir avec hardiesse en vue de faciliter la reconnaissance des diplômes acquis dans d'autres États membres; estime qu'il importe de clarifier les directives énonçant les règles à appliquer aux travailleurs détachés dans d'autres États membres;