« De regering kan volgens de modaliteiten bepaald in artikel 5, § 1 en § 2, 1°, 2°, 4° en 5° andere vormen van huisvesting, verzorging en dienstverlening aan bejaarden, georganiseerd door een krachtens dit decreet erkende inrichting subsidiëren voor zover deze vormen geen investeringen betreffen, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden ».
« Suivant les modalités prévues à l'article 5, § 1, et § 2, 1°, 2°, 4° et 5°, le Gouvernement peut subventionner d'autres formes de logement, de soins et de services pour personnes âgées, organisées par un établissement agréé en vertu du présent décret pour autant que ces formes ne constituent pas des investissements, conformément aux dispositions du décret relatif à l'infrastructure affectée aux matières personnalisables ».