« § lbis. Vanaf het begrotingsjaar 2014 wordt voor de vaststelling van het aantal opgenomen studiepunten in een hogeschool voor het begrotingsjaar t het gemiddeld aantal studiepunten in aanmerking genomen over de academiejaren t-7/t-6 tot en met t-3/t-2 waarvoor studenten onder diplomacontract zich hebben ingeschreven voor een initiële professioneel gerichte bacheloropleiding, zonder de professioneel gerichte kunstopleidingen, of voor een initiële kunstopleiding in de desbetreffende hogeschool.
« § 1 bis. A partir de l'année budgétaire 2014, est pris en compte pour la fixation du nombre d'unités d'études engagées auprès d'un institut supérieur pour l'année budgétaire t, le nombre moyen d'unités d'études sur les années académiques t-7/t-6 à t-3/t-2 incluse pour lesquelles des étudiants sous contrat de diplôme se sont inscrits à une formation initiale de bachelor à orientation professionnelle, sans les formations artistiques à orientation professionnelle, ou à une formation artistique initiale auprès de l'institut supérieur en question.