28. is van mening dat zowel de lidstaten als de Commissie moeten werken aan de vaststelling van een uniforme strategie voor financiële controle van de programma's die voor gedeeld beheer in aanmerking komen; is in dit verband verheugd over de door de Commissie en enkele lidstaten gedane inspanningen om vertrouwenscontracten op te stellen; is van oordeel dat parallel met deze inspanningen een betrouwbare procedure voor de afgifte van een betrouwbaarheidsverklaring moet worden gevolgd die jaarlijks op het niv
eau van de voor het Structuurfonds bevoegde instanties in de lidstaten moet worden afgewikkeld en waarvan het resultaat vervolgens
...[+++]op communautair niveau wordt gebruikt; neemt kennis van het verzet dat veel lidstaten hebben aangetekend tegen het plan van een dergelijke jaarlijkse betrouwbaarheidsverklaring, zoals voor het eerst op 7 oktober 2002 door de Commissie voorgesteld in een zitting met de bevoegde ministers van de lidstaten; hekelt echter het kennelijke gemis aan bereidheid bij de Commissie om in het kader van de comitologie actief vaart achter deze voorstellen te zetten; 28. est d'avis que les États membres et la Commission devraient travailler à l'élaboration d'une stratégie uniforme de contrôle des comptes pour les programmes ressortissant à la gestion partagée; se réjouit dans ce c
ontexte des efforts consentis par la Commission et par quelques États membres pour établir des contrats de confiance; considère que, en parallèle à ces efforts, il faut une procédure fiable débouchant sur une déclaration d'assurance, laquelle procédure devrait se dérouler tous les ans au niveau des autorités nationales compétentes en ce qui
concerne les fonds structurels ...[+++] et dont les résultats devraient être repris à l'échelle communautaire; prend acte de la résistance que beaucoup d'États membres ont manifestée contre le projet de pareille déclaration d'assurance annuelle, proposée pour la première fois par la Commission le 7 octobre 2002 lors d'une réunion avec les ministres compétents des États membres; critique néanmoins le manque manifeste d'empressement de la Commission à faire avancer plus activement ces propositions dans le cadre de la comitologie; 
