Dit zijn – ik grijp nu even terug op gegevens van de Commissie – sectoren waarin een grotere efficiëntie overeenkomstig de Europese
voorschriften en de streefcijfers die ook in het 20-20
-20-pakket zijn neergelegd, kan leiden tot eventueel zelfs een heel sterke vermindering van deze emissies. Op dit moment neem
t de vervoerssector namelijk 26 procent van het energieverbruik in Europa voor zijn rekening en 40 procent wordt in woningen
...[+++] gebruikt voor verwarmen en koelen, afhankelijk van het seizoen. Er kan op die manier ook een zeer hoog niveau van energie-efficiëntie worden verwezenlijkt.
Ces deux derniers – j’utilise des données de la Commission – sont des secteurs dans lesquels un rendement plus grand, conformément aux règles européennes et aux objectifs formulés par le paquet 20-20-20, peut aboutir à une réduction très importante des émissions – étant donné qu’aujourd’hui le secteur des transports consomme 26 % de l’énergie en Europe, 40 % de celle-ci étant consommée, en fonction de la saison, dans le chauffage et la réfrigération – et peut atteindre des niveaux d’efficacité très élevés.