Bij de ontwikkeling van sectoraal beleid dat niet binnen de werkingssfeer valt van Richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van
bepaalde plannen en programma's(1) en waarvan kan worden verwacht dat het de processen van bodemaantasting zal intensiveren of verminderen, en bij de ontwikkeling van beleid ter bescherming van de bodemfuncties, werken de lidstaten een geïntegreerde en systematische aanpak uit om te waarborgen dat aan de relevante bepalingen in bestaande richtlijnen zoals de vogelrichtlijn, de habitatrichtlijn, de kaderrichtlijn water,
...[+++]de grondwaterrichtlijn, de mijnbouwafvalrichtlijn, de strategische milieubeoordelingsrichtlijn en de milieueffectrapportagerichtlijn wordt voldaan, en dat de onderlinge verbanden tussen deze richtlijnen worden geïdentificeerd en in aanmerking worden genomen.Lors de l'élaboration de politiques sectorielles qui ne relèvent pas du champ d'application de la directive 2001/42/CE du Parlement européen et du Conseil du 27 juin 2001 relative à l'évaluation des incidences d
e certains plans et programmes sur l'environnement et qui sont susceptibles d’aggraver ou d’atténuer les processus de dégradation des sols et lors de l'élaboration de politiques visant à protéger les fonctions du sol, les États membres mettent en place une approche intégrée et systématique pour garantir que les dispositions pertinentes des directives existantes, comme la directive sur les oiseaux, la directive sur les habitats, la
...[+++] directive-cadre sur l'eau, la directive sur les eaux souterraines, la directive sur les déchets miniers, la directive sur l'évaluation stratégique des incidences sur l'environnement et la directive concernant l'évaluation des incidences, sont respectées et que les liens pertinents entre ces directives sont identifiés et pris en compte.