Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Aanbod
Bezettingsgraad prognosticeren
Bezettingsgraad voorspellen
Effectieve vraag
Geaggregeerde vraag
Invoeringswet Strafvordering
Kamervraag
Mondelinge vraag
Omgaan met veranderende operationele vraag
Parlementaire vraag
Totale vraag
Verjaring van de strafvordering
Verjaring van het recht tot strafvordering
Vraag
Vraag en aanbod
Vraag naar producten inschatten
Vraag naar producten voorspellen
Vraag prognosticeren
Vraag voorspellen
Wetboek van Strafvordering

Traduction de «strafvordering vraag » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
verjaring van de strafvordering | verjaring van het recht tot strafvordering

prescription de l'action publique | prescription des infractions et des poursuites


Invoeringswet Strafvordering | Wet tot invoering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering

Loi d'introduction du Code de procédure pénale


parlementaire vraag [ kamervraag ]

question parlementaire


effectieve vraag | geaggregeerde vraag | totale vraag

demande globale


vraag prognosticeren | vraag voorspellen | bezettingsgraad prognosticeren | bezettingsgraad voorspellen

anticiper les réservations | prévoir les réservations | anticiper la demande d’hébergement | prévoir la demande d’hébergement


vraag en aanbod [ aanbod | vraag ]

offre et demande [ demande | offre ]


vraag naar producten inschatten | vraag naar producten voorspellen

prévoir la demande en produits




Wetboek van Strafvordering

Code d'instruction criminelle


omgaan met veranderende operationele vraag

faire face à l'évolution de la demande
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Met de derde prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 135, § 1, van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie dat het openbaar ministerie slechts een ontvankelijk hoger beroep kan instellen tegen een beschikking van de raadkamer waarbij hetgeen het openbaar ministerie heeft gevorderd niet werd gevolgd, voor zover het openbaar ministerie bij schriftelijke conclusie een middel als bedoeld in artikel 135, § 2, van het Wetboek van ...[+++]

Par la troisième question préjudicielle, le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de l'article 135, § 1, du Code d'instruction criminelle avec les articles 10 et 11 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle le ministère public est recevable à interjeter appel d'une ordonnance de la chambre du conseil non conforme à ses réquisitions pour autant seulement qu'il ait invoqué devant la chambre du conseil, par conclusions écrites, un moyen visé à l'article 135, § 2, du Code d'instruction criminelle.


De vraag rijst in dit verband of de belangrijke verruiming van het toepassingsgebied van artikel 28septies van het Wetboek van Strafvordering niet moet leiden tot het toekennen van een inzagerecht in het dossier wanneer met toepassing van dat artikel door de onderzoeksrechter onderzoeksdaden werden verricht » (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1418/001, p. 292).

A cet égard, la question se pose de savoir si l'élargissement important du champ d'application de l'article 28septies du Code d'instruction criminelle ne doit pas conduire à l'attribution d'un droit de consultation du dossier lorsque des actes d'instruction ont été accomplis par le juge d'instruction en application de cet article » (Doc. parl., Chambre, 2015-2016, DOC 54-1418/001, p. 292).


9. De minister van Justitie, auteur van een ontwerp van wet dat de wet is geworden van 18 juli 2001 houdende wijziging van artikel 12bis van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van strafvordering [vraag nr. 1438, BVA, Senaat, 4 september 2001 (nr. 2-40)], heeft deze interpretatie uitdrukkelijk meegedeeld aan senator Clotilde Nyssens.

9. Cette interprétation avait été fournie explicitement à la sénatrice Clotilde Nyssens, par le ministre de la Justice, auteur du projet de loi devenu la loi du 18 juillet 2001 modifiant l'article 12bis du Titre préliminaire du Code de procédure pénale [question nº 1438, BQR, Sénat, 4 septembre 2001 (nº 2-40)].


In de prejudiciële vraag wordt aan het Hof gevraagd of artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de burgerlijke partij, die niet het initiatief tot vervolging heeft genomen en die hoger beroep instelt tegen een vonnis waarbij haar vordering onontvankelijk wordt verklaard nadat de beklaagde op de strafvordering werd veroordeeld, niet tot de rechtsplegingsvergoeding kan worden veroordeeld indien zij in hoger beroep in het ongelijk wordt gesteld.

La question préjudicielle interroge la Cour sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, de l'article 162bis, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle dans la mesure où la partie civile, qui n'a pas pris l'initiative de la poursuite et qui interjette appel d'un jugement déclarant sa demande irrecevable après avoir condamné le prévenu sur l'action publique, ne peut pas être condamnée à l'indemnité de procédure si elle succombe en degré d'appel.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Het blijkt dus dat de in de tweede prejudiciële vraag in het geding zijnde artikelen 483 en 503bis van het Wetboek van strafvordering niet van toepassing zijn op het voor de verwijzende rechter hangende geschil, zodat het antwoord op die vraag, in zoverre zij die bepalingen beoogt, kennelijk niet nuttig is voor de oplossing van dat geschil.

Il apparaît donc que les articles 483 et 503bis du Code d'instruction criminelle, en cause dans la seconde question préjudicielle, sont inapplicables au litige devant le juge a quo, de sorte que la réponse à cette question, en ce qu'elle vise ces dispositions, n'est manifestement pas utile à la solution de ce litige.


Met de beide prejudiciële vragen wenst de verwijzende rechter te vernemen of artikel 464/1, § 8, vijfde lid, van het Wetboek van strafvordering (eerste vraag) en artikel 1675/13, § 3, eerste streepje, van het Gerechtelijk Wetboek (tweede vraag), bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het vertrouwensbeginsel, doordat personen die zich op de datum van inwerkingtreding van die bepalingen bevonden in een procedure van collectieve schuldenregeling, sinds die datum geen kwijtschelding meer zoude ...[+++]

En posant les deux questions préjudicielles, le juge a quo souhaite savoir si l'article 464/1, § 8, alinéa 5, du Code d'instruction criminelle (première question) et l'article 1675/13, § 3, premier tiret, du Code judiciaire (seconde question), sont compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec le principe de confiance, en ce que des personnes dont la procédure en règlement collectif de dettes était toujours en cours au jour de l'entrée en vigueur de ces dispositions ne pourraient plus, depuis cette date, obtenir une remise pour les dettes alimentaires et les amendes pénales alors que cette remise aurait été pos ...[+++]


De vraag die rijst is de volgende : is het aanvaardbaar dat, aangezien op grond van het Wetboek van strafvordering bijzondere of andere opsporingsmethodes alleen onder bepaalde voorwaarden mogen worden aangewend, bijvoorbeeld het optreden van de onderzoeksrechter inzake het afluisteren van telefoongesprekken, inlichtingen die de inlichtingen- en veiligheidsdiensten hebben verkregen door het aanwenden van identieke methodes, doch per definitie zonder de regels van het Wetboek van strafvordering te hebben gevolgd, worden toegezonden aan de gerechtelijke ove ...[+++]

La question qui se pose est la suivante: dès lors que le Code d'instruction criminelle ne permet le recours aux méthodes particulières ou aux autres méthodes de recherche qu'à certaines conditions, par exemple l'intervention du juge d'instruction en ce qui concerne les écoutes téléphoniques, peut-on admettre que des informations recueillies par les services de renseignement et de sécurité par le recours à des méthodes identiques mais, par définition, sans avoir suivi les règles du Code d'instruction criminelle, soient transmises aux autorités judiciaires ?


de prejudiciële vraag betreffende artikel 4, derde tot vijfde lid, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, de artikelen 162bis en 194 van het Wetboek van strafvordering en de artikelen 1017, 1018 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Gent;

la question préjudicielle relative à l'article 4, alinéas 3 à 5, de la loi du 17 avril 1878 concernant le titre préliminaire du Code de procédure pénale, les articles 162bis et 194 du Code d'instruction criminelle et les articles 1017, 1018 et 1022 du Code judiciaire, posée par le Tribunal correctionnel de Gand ;


de prejudiciële vraag over artikel 47bis, §6, van het Wetboek van strafvordering, zoals dat artikel werd gewijzigd bij artikel 2, 2º, van de wet van 13 augustus 2011 tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan, gesteld door het Hof van Beroep te Luik (rolnummer 5291);

la question préjudicielle concernant l'article 47bis, §6, du Code d'instruction criminelle, tel que cet article a été modifié par l'article 2, 2º, de la loi du 13 août 2011 modifiant le Code d'instruction criminelle et la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive, afin de conférer des droits, dont celui de consulter un avocat et d'être assistée par lui, à toute personne auditionnée et à toute personne privée de liberté, posée par la Cour d'appel de Liège (numéro du rôle 5291) ;


het arrest nr. 8/2013, uitgesproken op 14 februari 2013, inzake de prejudiciële vraag over artikel 47bis, §6, van het Wetboek van strafvordering, zoals dat artikel werd gewijzigd bij artikel 2, 2º, van de wet van 13 augustus 2011 " tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan" , gesteld ...[+++]

l'arrêt n 8/2013, rendu le 14 février 2013, en cause la question préjudicielle concernant l'article 47bis, §6, du Code d'instruction criminelle, tel que cet article a été modifié par l'article 2, 2º, de la loi du 13 août 2011 « modifiant le Code d'instruction criminelle et la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive afin de conférer des droits, dont celui de consulter un avocat et d'être assistée par lui, à toute personne auditionnée et à toute personne privée de liberté », posée par la Cour d'appel de Liège (numéro du rôle 5291) ;




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'strafvordering vraag' ->

Date index: 2021-02-02
w