De minister of zijn gemachtigde neemt een beslissing over de voortzetting van de onderbreking van de strafuitvoering binnen de zeven dagen volgend op de aanhouding van de veroordeelde.
Le ministre ou son délégué prend une décision sur la poursuite de l'interruption de l'exécution de la peine dans les sept jours qui suivent l'arrestation du condamné.