Het Hof stelt vast dat de in het geding zijnde bepaling, doordat zij de artikelen 1, 1bis en 2 van het koninklijk besluit nr. 22 beoogt, verwijst naar het verbod dat op grond van die bepalingen zelf van rechtswege voortvloeit uit de strafrechtelijke veroordelingen vastgelegd in die bepalingen en dat de verwijzende rechter automatisch noemt.
La Cour constate que la disposition en cause, en visant les articles 1, 1bis et 2 de l'arrêté royal n° 22, fait référence aux interdictions résultant de plein droit, en vertu de ces dispositions mêmes, des condamnations pénales que ces dispositions définissent et que le juge a quo qualifie d'automatiques.