Art. 49. De gebruiker wordt gedefinieerd als een chronisch of tijdelijk verzwakte persoon, ongeacht zijn leeftijd, die in aanmerking komt voor de rechtstreekse of onrechtstreekse interventie van een dienst voor geestelijke gezondheidszorg om zijn geestelijke gezondheidstoestand te herstellen of om ervoor te zorgen dat de stoornissen waaraan hij lijdt verdraagbaar worden voor hemzelf en voor zijn omgeving, zodat hij vaardigheden kan verwerven en ontwikkelen met het oog op zijn emancipatie en zijn sociale inschakeling.
Art. 49. L'usager est défini comme toute personne fragilisée de manière chronique ou momentanée, quel que soit son âge, qui bénéficie de l'intervention directe ou indirecte d'un service de santé mentale en vue de rétablir sa santé mentale ou de rendre les troubles dont elle souffre supportables pour elle-même et son entourage, afin qu'elle acquière et développe des compétences formant la base de son émancipation et de son insertion sociale.