Behalve in het geval van een minderjarige, moet de sporter voor elke overtreding van artikel 6, 1° ook aanto
nen hoe de verboden stof in zijn of haar lichaam is
terechtgekomen; 2° geen significante schuld of nalatigheid : het bewijs van een sporter of de andere in artikel 50° bedoelde persoon dat er, gezien binnen het geheel van omstandigheden en rekening houdend met de criteria voor geen schuld o
f nalatigheid, geen significant verband was tussen ...[+++]zijn schuld of nalatigheid en de dopingovertreding.
Sauf dans le cas d'un mineur, pour toute violation de l'article 6, 1°, le sportif doit également établir de quelle manière la substance interdite a pénétré dans son organisme; 2° absence de faute ou de négligence significative : démonstration, par le sportif ou l'autre personne, telle que visée au 50°, du fait qu'au regard de l'ensemble des circonstances, et compte tenu des critères retenus pour l'absence de faute ou de négligence, sa faute ou sa négligence n'était pas significative par rapport à la violation des règles antidopage commise.