De uit hoofde van het jaar 1993 voor financiering in aanmerking komende uitgaven van de Lid-Staten voor de beëindigingspremie en de stilligpremie zijn vastgesteld op maximaal 253,69 miljoen ecu, wat betekent dat de desbetreffende kosten ten laste van de Commissie 164,25 miljoen ecu bedragen.
Le montant maximal des dépenses éligibles des Etats membres pour l'année 1993, au titre de la prime d'arrêt définitif et de la prime d'immobilisation, s'élève à 253,69 millions d'écu, représentant un coût à la charge de la Commission de 164,25 millions d'écu.