In elk geval betoogt het CFBCT dat de eis tot teruggave van steun, die het gevolg zou zijn van een eventuele kwalificatie van de maatregel als onverenigbare staatssteun, een schending zou uitmaken van artikel 14 van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (13), aangezien een negatief besluit met teruggave geen rekening zou houden met het rechtmatig vertrouwen van de begunstigde ondernemingen.
En tout état de cause, la CFBCT soutient que l’exigence de récupération de l’aide, qui serait la conséquence d’une éventuelle qualification de la mesure en une aide d’État incompatible, violerait l’article 14 du règlement (CE) no 659/1999 du Conseil du 22 mars 1999 portant modalités d’application de l’article 93 du traité CE (13) en ce qu’une décision négative avec récupération ne prendrait pas en compte la confiance légitime des entreprises bénéficiaires.