Hij meent tenslotte dat het vervreemden van souvenirs of andere persoonlijke voorwerpen een operatie is waarvoor het gewettigd is een bijzondere procedure in te stellen met betere garanties voor de rechten van de minderjarige, en dit wegens de sterk affectieve dimensie van een dergelijke operatie.
Il estime enfin que l'aliénation des souvenirs ou autres objets de caractère personnel est une opération qui, de par sa dimension hautement affective, justifie le recours à une procédure particulière offrant de meilleures garanties du respect des droits du mineur.