Art. 12. De directeur-generaal stelt de standaardrapporten, voorzien in artikel 5, en de platforminspectierapporten, voorzien in artikel 9, onverwijld ter beschikking van de Commissie en, op hun verzoek, van de bevoegde overheden van de lidstaten en van het Europees agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA).
Art. 12. Le directeur général met tous les rapports types visés à l'article 5 et les rapports d'inspection au sol visés à l'article 9 sans tarder à la disposition de la Commission et, à leur demande, aux autorités compétentes des Etats membres ainsi qu'à l'Agence européenne de la sécurité aérienne (EASA).