De lidstaten mogen echter nog steeds gunstigere voorwaarden verlenen met betrekking tot de rechten van onderdanen van derde landen, met name in verband met gelijke behandeling (artikel 15) en de rechten van hun gezinsleden (artikel 16).
Les États membres sont néanmoins encore autorisés à accorder des conditions plus favorables en matière de droits, notamment en ce qui concerne l’égalité de traitement (article 15) et les droits des membres de la famille (article 16).