De lidstaten stellen statistieken op van het aantal en het slachtgewicht van alle in de slachthuizen op hun grondgebied geslachte varkens, runderen, schapen, geiten en pluimvee waarvan het vlees geschikt voor menselijke consumptie is bevonden.
Les États membres établissent des statistiques sur le nombre et le poids en carcasse des porcins, des bovins, des ovins, des caprins et des volailles qui sont abattus dans les abattoirs de leur territoire et dont la viande est reconnue propre à la consommation humaine.