Het betreft bijvoorbeeld de reis- en vestigingsregeling, die inhoudt dat het aantal burgers van één van de 'constituerende staten' dat zich in de andere 'constituerende staat' mag vestigen gedurende het eerste jaar tot 1 procent van de bevolking van die andere 'constituerende staat' beperkt is, gedurende een lange overgangsperiode van twintig jaar tot 20 procent oploopt en daarna definitief op eenderde wordt vastgesteld.
Il en est par exemple, au chapitre de la liberté de circulation et d'établissement, qui prévoient que le pourcentage de départ, fixé la première année à 1 % pour les citoyens d'un "État constituant" par rapport à la population de l'autre "État constituant" dans lequel ils sont installés, pourrait atteindre les 20 % à l'issue d'une très longue période de transition de 20 ans, sans pouvoir jamais excéder un tiers dans le futur.