De Raad van State vraagt verder aan het Hof, mocht het oordelen dat er elementen zijn aan de hand waarvan het betwiste verschil in behandeling redelijkerwijze kan worden verantwoord, of de voormelde artikelen 2 en 4 de hiervoor bedoelde grondwetsbepalingen niet schenden, aangezien de verantwoording aangevoerd in de memorie van toelichting bij het wetsontwerp dat heeft geleid tot de wet van 22 december 1999, namelijk een grondige hervorming van de asielprocedure tegen het einde van het jaar 2000, niet als verwezenlijkt zou kunnen worden beschouwd.
Le Conseil d'Etat demande encore à la Cour, si elle estimait que des éléments permettent de justifier raisonnablement la différence de traitement contestée, si les articles 2 et 4 précités ne violent pas les dispositions constitutionnelles susvisées dès lors que la justification avancée dans l'exposé des motifs du projet de loi devenu la loi du 22 décembre 1999, à savoir une réforme en profondeur de la procédure d'asile pour la fin de l'année 2000, ne pourrait être tenue pour réalisée.