Tweede argument: op het principe van niet-retroactiviteit zijn volgens de rechtspraak van het Arbitragehof en de adviezen van de Raad van State uitzonderingen mogelijk, onder de zeer strikte en beperkte voorwaarde van de volstrekte noodzakelijkheid, dat wil zeggen indien er bestuursmatig echt geen alternatief mogelijk is.
Deuxième argument : selon la jurisprudence de la Cour d'arbitrage et les avis du Conseil d'État, le principe de non-rétroactivité connaît des exceptions à la condition très stricte et restrictive de l'absolue nécessité, c'est-à-dire s'il n'y a pas d'autre solution possible.