De regering beweert in haar memorie van toelichting bij het wetsontwerp dat het legaliseren van de twee koninklijke besluiten in artikel 133, waarvoor een beroep tot vernietiging werd ingediend bij de Raad van State, geenszins de bedoeling heeft de burgers de bij wet voorziene beroepsmogelijkheden te ontnemen door de beroepen bij de Raad van State aan zijn werkingssfeer te onttrekken, maar verantwoordt dit door te verwijzen naar de voor een goed beheer van de sociale zekerheid nodige stabiliteit.
Dans l'exposé des motifs du projet de loi, le Gouvernement prétend que la légalisation des deux arrêtés royaux à l'article 133 qui fait l'objet d'un recours en annulation auprès du Conseil d'État n'a nullement pour but de priver les citoyens des droits de recours qui sont prévus par la loi en soustrayant les recours pendant devant le Conseil d'État de son champ de compétence, mais justifie cette légalisation en invoquant la stabilité indispensable à une bonne gestion de la sécurité sociale.