Art. 58. De ontbinding kan, op vordering van het openbaar ministerie of van elke belanghebbende, worden uitgesproken in de volgende gevallen : bij aanwending van de kapitalen of van de inkomsten van de vereniging tot een doel ander dan dat voor hetwelk zij tot stand is gekomen; bij onvermogen; bij ontstentenis van beheer; bij ernstige overtreding van de statuten, de wet of de openbare orde.
Art. 58. La dissolution peut être prononcée, par la demande du ministère public ou de tout intéressé, dans les cas suivants : emploi des capitaux ou des revenus de l'association à un objet autre que celui pour lequel elle est formée; insolvabilité; absence d'administration; contravention grave aux statuts, à la loi ou à l'ordre public.