Art. 2. In het kader van de bevoegdheden toegekend aan de Koning en aan de Minister van Financiën door artikel 8, § 1, 1°, van de wet van 20 december 2005 houdende de Rijksmiddelen-begroting voor het begrotingsjaar 2006, worden de bevoegdheden inzake de uitgifte van openbare Staatsleningen in 2006, binnen de grenzen voorzien door dit artikel, gedelegeerd aan de hieronder genoemde personen :
Art. 2. Dans le cadre des pouvoirs accordés au Roi et au Ministre des Finances par l'article 8, § 1, 1°, de la loi du 20 décembre 2005 contenant le budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2006, les pouvoirs relatifs à l'émission des emprunts publics de l'Etat sont délégués, en 2006, aux personnes désignées ci-dessous, dans les limites prévues par le présent article :