1. De werknemer, zijn gezinsleden of zijn nagelaten betrekkingen wier recht op verstrekkingen krachtens de wettelijke regeling van de laats
telijk bevoegde Lid-Staat eindigt tijdens de behandeling van een aanvraag om pensioen of rente, hebben niettemin recht op verstrekkingen onder de volgende voorwaarden: de verstrekkingen worden verleend volgens de wettelijke regeling van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de betrokkene(n) woont (wonen), zulks voor zover zij krachtens deze wettelijke regeling daarop recht hebben of krachtens de wettelijke regeling van een andere Lid-Staat daarop recht zouden hebben, indien zij op het grondg
ebied van ...[+++]die Staat woonden, eventueel met inachtneming van artikel 18.1. Le travailleur, les membres de sa famille ou ses survivants qui, au cours de l'instruction d'une demande de pension ou de rente, cessent d'avoir droit aux prestations en nature au titre de la législation de l'État membre qui était compétent en dernier lieu, bénéficient néanmoins de ces prestations dans les conditions suivantes: les prestations en nature sont servies selon les dispositions de la législation de l'État membre sur le territoire duquel le ou les intére
ssés résident, pour autant qu'ils y aient droit en vertu de cette législation ou qu'ils y auraient droit en vertu de la législation d'un autre État membre s'ils résidaient su
...[+++]r le territoire de cet État, compte tenu, le cas échéant, des dispositions de l'article 18.