De machtiging die bij artikel 2, § 1, 3°, van de wet van 27 juni 1969 en bij artikel 14, § 2, van de wet van 4 januari 1974 aan de Koning is gegeven, staat Hem geenszins toe af te wijken van het beginsel volgens hetwelk een verschil in behandeling dat door een norm tussen verschillende categorieën van personen wordt ingevoerd, dient te berusten op een objectieve en redelijke verantwoording die wordt beoordeeld in het licht van het doel en de gevolgen van de betrokken maatregel.
L'habilitation donnée au Roi par l'article 2, § 1, 3°, de la loi du 27 juin 1969 et par l'article 14, § 2, de la loi du 4 janvier 1974 ne Lui permet en aucune façon de déroger au principe selon lequel, lorsqu'une norme établit une différence de traitement entre certaines catégories de personnes, celle-ci doit se fonder sur une justification objective et raisonnable qui s'apprécie par rapport au but et aux effets de la norme considérée.