De heer Schewebach zegt dat het eerste probleem dat moet worden opgelost tijdens de ondervraging de kennis van de landstalen door de vreemdeling betreft, want van de keuze van de taal hangt een billijke spreiding af tussen Nederlandstalige en Franstalige dossiers, wat de wetgever wil bereiken.
M. Schewebach déclare que le premier problème à résoudre lors de l'interrogatoire est la connaissance par l'étranger des langues nationales, parce que du choix de la langue dépend une répartition équitable entre les dossiers néerlandais et français voulue par le législateur.