3. Indien de in lid 1 bedoelde maatregelen gebaseerd zijn op een onjuiste toepassing van de in artikel 5, lid 1, bedoelde geharmoniseerde normen of op het niet voldoen aan de in artikel 3 bedoelde eisen voorzover de apparatuur niet voldoet aan de in artikel 5, lid 1, bedoelde geharmoniseerde normen, overlegt de Commissie zo spoedig mogelijk met de betrokken partijen.
3. Si les mesures visées au paragraphe 1 sont imputées à une application inadéquate des normes harmonisées visées à l'article 5, paragraphe 1, ou à la non-conformité aux exigences visées à l'article 3, lorsque l'appareil ne satisfait pas aux normes visées à l'article 5, paragraphe 1, la Commission consulte les parties concernées dans les plus brefs délais.