1. Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk III, staan in spoedeisende gevallen de bepalingen van deze verordening er niet aan in de weg dat de rechterlijke instanties van een lidstaat met betrekking tot personen of goederen die zich in die staat bevinden, voorlopige en bewarende maatregelen nemen waarin de wetgeving van die lidstaat voorziet, zelfs indien overeenkomstig deze verordening een rechterlijke instantie van een andere lidstaat bevoegd is om ten gronde van de zaak kennis te nemen.
1. Sans préjudice du chapitre III, en cas d'urgence, les dispositions du présent règlement n'empêchent pas les juridictions d'un État membre de prendre des mesures provisoires ou conservatoires relatives aux personnes ou aux biens présents dans cet État, prévues par la loi de cet État membre même si, en vertu du présent règlement, une juridiction d'un autre État membre est compétente pour connaître du fond.