« 2° voor graszodenteelt en voor specifieke teelten die nog een belangrijke stikstofopname hebben in de periode bepaald in § 1 en waar de bodem onvoldoende stikstof kan leveren via mineralisatie uit de bodemvoorraad, kan, als deze teelten een najaarsteelt zijn, een door de Vlaamse Regering toegestane afwijking er in geen geval toe leiden dat in een bepaald kalenderjaar, na 14 november, dierlijke mest, andere meststoffen of kunstmest mag worden opgebracht.
« 2° en ce qui concerne la culture de mottes de gazon et les cultures spécifiques qui consomment beaucoup d'azote durant la période visée au § 1 et si le sol ne peut fournir une quantité suffisante d'azote via la minéralisation dans le stock des sols, la dérogation accordée par le Gouvernement flamand ne peut, si ces cultures sont des cultures d'automne, engendrer l'épandage d'engrais animal, d'autres engrais ou d'engrais chimique après le 14 novembre d'une année calendaire déterminée.