De lidstaten schrijven voor dat persoonsgegevens die door de bevoegde instanties worden verzameld en verwerkt, alleen aan de bevoegde instanties van andere lidstaten worden verstrekt of beschikbaar gesteld indien dat nodig is voor de vervulling van de wettelijke taak van de verstrekkende of ontvangende instantie en voor het voorkomen, onderzoeken, opsporen of vervolgen van specifieke strafbare feiten.
Les États membres font en sorte que les données à caractère personnel collectées et traitées par les autorités compétentes ne soient transmises aux autorités compétentes des autres États membres, ou mises à leur disposition, que si cela est nécessaire pour l'accomplissement des tâches légitimes de l'autorité transmettrice ou réceptrice aux fins de prévention et de détection d'infractions pénales spécifiques , et d'enquêtes et de poursuites en la matière.