Het behoeft geen betoog dat de manier waarop compensatie wordt geboden voor de - sowieso tot een minimum teruggebrachte - universele dienstverlening, geen enkele garantie biedt voor openbare dienstverlening, en de verlenging van de termijn voor de inwerkingtreding van deze liberalisatie lost in feite geen enkel probleem op.
À l’évidence, les modes de compensation du service universel, réduit a minima, ne garantiront en rien le service public et le rallongement du délai pour la mise en œuvre de cette libéralisation ne règle rien au fond.