2) Elke Partij vereist dat de autoriteiten of exploitanten die verantwoordelijk zijn voor onder haar rechtsmacht vallende zeehavens en inrichtingen voor de overslag van schadelijke en potentieel
gevaarlijke stoffen waarvan zij meent dat deze daarvoor in aanmerking komen, beschikken
over noodplannen of soortgelijke regelingen voor voorvallen van verontreiniging door schadelijke en potentieel
gevaarlijke stoffen waarvan zij meent dat deze ...[+++]daarvoor in aanmerking komen, die zijn afgestemd op het in overeenstemming met artikel 4 ingestelde nationale systeem en goedgekeurd in overeenstemming met door de bevoegde autoriteit vastgestelde procedures.
2) Chaque Partie exige que les autorités ou les exploitants ayant la charge des ports maritimes et installations de manutention de substances nocives et potentiellement dangereuses relevant de sa juridiction, pour lesquels elle le juge approprié, aient des plans d'urgence contre les événements de pollution ou des arrangements analogues pour les substances nocives et potentiellement dangereuses qu'elle juge appropriés, qui soient coordonnés avec le système national établi conformément à l'article 4 et approuvés conformément aux procédures prévues par l'autorité nationale compétente.