Het gaat om gebie
den voor beschermde soorten zoals de dopheidevegetatie, de lavendelhei, de ronde zonnedauw, het waterdrieblad, de veenbes, Trientalis, het beenbreek
, het veenmos en de witte snavelbies (9190) Naast naaldbomen zijn
er rondom deze open gebieden bossen die tot eiken-berkenbossen met pijpestrootje en Trientalis (9190) behoren, fragmenten van veenachtige berkenbossen (91D0 *) en fragmenten van beukenbossen met veldbies
...[+++](9110).
Il s'agit d'autant de stations pour les espèces protégées comme la bruyère quaternée, l'andromède, la drosera à feuilles rondes, le trèfle d'eau, la canneberge, la trientale, la narthécie, les sphaignes et le rhynchospore blanc. Entourant ces zones ouvertes, outre les résineux, les forêts relevant de la chênaie-boulaie à molinie et trientale (9190), les fragments de boulaies tourbeuses (91D0 *) et ceux de hêtraies à luzule (9110).