7. verzoekt de Raad de Nigeriaanse federale regering zijn steun uit te spreken voor de hulpverlening en haar inspanningen ten behoeve van de slachtoffers die op grond van de sharia zijn veroordeeld wegens overspel, en tevens elke vorm van godsdienstige onverdraagzaamheid te veroordelen; spreekt er zijn bezorgdheid over uit dat de fundamentalistische interpretatie en uitvoering van de sharia in sommige Nigeriaanse deelstaten en in Iran in strijd zijn met de eerbiediging van de fundamentele mensenrechten;
7. invite le Conseil à appuyer les efforts que consent le gouvernement fédéral du Nigeria afin d'aider les personnes condamnées pour adultère par la charia et à fustiger toutes les formes d'intolérance religieuse et constate avec préoccupation que, dans certains États du Nigeria et en Iran, l'interprétation et l'application fondamentalistes de la charia vont à l'encontre du respect des droits de l'homme fondamentaux;