- moet een gezichtsscherpte hebben, zo nodig met brilleglazen, van 13/10 voor beide ogen samen, met een minimum van 3/10 voor het minst goede oog. De gezichtsscherpte zonder bril mag echter niet minder bedragen dan 5/10 voor beide ogen samen;
- avoir une acuité visuelle, au besoin avec verres correcteurs, de 13/10 totalisée aux deux yeux, avec un minimum de 3/10 à l'oeil le moins bon; toutefois, I'acuité visuelle sans verres ne peut être inférieure à 5/10 totalisée aux deux yeux;