Gevolg gevend aan zijn vraagstelling heb ik de eer het geacht lid mee te delen dat de wet van 12 januari 1993 houdende een urgentieprogramma voor een meer solidaire samenleving niets gewijzigd heeft aan het recht van een minderjarige op de maatschappelijke dienstverlening die hem op grond van artikel 1, eerste lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toekomt, evenmin als aan de overeenkomstig het gemeen recht geldende handelingsonbekwaamheid van niet-ontvoogde minderjarigen.
A la suite de sa question, j'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre que la loi du 12 janvier 1993 contenant un programme d'urgence pour une société plus solidaire n'a en rien modifié le droit à l'aide sociale qui appartient au mineur d'âge en vertu de l'article 1er, premier alinéa, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide sociale, ni l'incapacité d'agir des mineurs non émancipés telle qu'elle est prévue dans le droit commun.