« a) Met uitzondering van de hierboven in punt 4 opgesomde voertuigen die vrijgesteld zijn van een snelheidsbegrenzer, maken de voertuigen het voorwerp uit van een controle van de snelheidsbegrenzer door een erkend installateur bij het in verkeer of opnieuw in verkeer stellen van het voertuig, op vraag van een hiertoe gemachtigde ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, en tenminste om de twee jaar, ter gelegenheid van dewelke de installateur verplicht is het controleplaatje aan te brengen of te vernieuwen.
« a) Hormis les véhicules exemptés du limiteur de vitesse énumérés au point 4° ci-avant, lors de la mise ou remise en circulation du véhicule, à la demande d'un agent du Service Public Fédéral Mobilité et Transports habilité à cet effet et au moins tous les deux ans, les véhicules font l'objet d'un contrôle du limiteur de vitesse par un installateur agréé à l'occasion duquel l'installateur est tenu d'apposer ou de renouveler la plaquette de contrôle.