29. benadrukt dat de verdeling van de TAC's over de vloten en het vistuig, met inachtneming van het beginsel van relatieve stabiliteit, onder de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten valt; is van oordeel dat bij de verdeling van de vangstquota in de verschillende lidstaten rekening moet worden gehouden met het soort vistuig (sleepnetten of andere methoden) en de respectieve vangsten;
29. souligne que la répartition des TAC par flottes et engins de pêche, dans le respect du principe de la stabilité relative, relève de la compétence exclusive de chaque État membre; considère que la répartition des quotas dans chaque État membre devra tenir compte du type d'engin (chalut ou autres) et des captures respectives;