Aangezien de bestreden bepalingen enkel gelden voor personeelsleden die vóór de integratie van de politiekorpsen politiecommissarissen waren en die hetzij korpschefs waren in gemeenten van klasse 17, hetzij benoemd waren in een gemeente van klasse 20 zonder korpschef te zijn, en die sindsdien de graad van commissaris van politie bekleden, vermocht de wetgever op grond van de klasse van de gemeente waarin de betrokkenen politiecommissaris waren, redelijkerwijs aan te nemen dat zij over een staat van dienst beschikken die het hun moet mogelijk maken om met voldoende kennis van zaken de beoogde betrekkingen uit te oefenen.
Etant donné que les dispositions attaquées ne s'appliquent qu'aux membres du personnel qui, avant la fusion des corps de police, étaient commissaires de police et qui soit étaient chefs de corps dans des communes de classe 17, soit étaient nommés dans une commune de classe 20 sans être chef de corps, et qui sont depuis revêtus du grade de commissaire, le législateur pouvait raisonnablement admettre, sur la base de la classe de la commune dans laquelle les intéressés étaient commissaires de police, que ceux-ci disposent d'états de service leur permettant d'exercer les fonctions visées en connaissance de cause.
