36. wijst er andermaal op hoe belangrijk het is de landbouw en visserij in de ontwikkelingslanden te bevorderen en een adequaat deel van de officiële ontwikkelingshulp (ODA) van de EU voor de landbouwsector uit te trekken; vindt het betreurenswaardig dat de ontwikkelingshulp die naar de landbouw gaat, sinds de jaren tachtig dramatisch is verlaagd, en is verheugd dat er wordt erkend dat die tendens moet worden omgekeerd;
36. rappelle qu'il importe d'encourager l'agriculture et la pêche dans les pays en développement et de l'allocation d'une part adéquate de l'aide européenne au développement au secteur agricole; déplore la baisse spectaculaire, depuis les années 1980, de la part de l'aide au développement octroyée à l'agriculture et se félicite que la nécessité d'inverser cette tendance ait été reconnue;