Het Hof wordt gevraagd of het laatste lid van die bepaling bestaanbaar is met de standstill-verplichting vervat in artikel 23 van de Grondwet, doordat een persoon van wie de aanzuiveringsprocedure wordt herroepen op grond van artikel 1675/15, § 1, eerste lid, 2°, van het Ge
rechtelijk Wetboek, sinds de inwerkingtreding van artikel 78 van de
wet van 14 januari 2013 houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie, in de onmogelijkheid is om gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van het vonn
...[+++]is van herroeping een ontvankelijk verzoekschrift tot het verkrijgen van een collectieve schuldenregeling in te dienen, hoewel hij geen bedrieglijke handelingen stelde die de herroeping tot gevolg hadden.Il est demandé à la Cour si le dernier alinéa de cette disposition est compatible avec l'obligation de standstill contenue dans l'article 23 de la Constitution, en ce que, depuis l'entrée en vigueur de l'article 78 de l
a loi du 14 janvier 2013 portant diverses dispositions relatives à la réduction de la charge de travail au sein de la justice, une personne dont la procédure de règlement est révoquée en application de l'article 1675/15, § 1 , alinéa 1 , 2°, du Code judiciaire n'a plus la possibilité d'introduire une requête visant à obtenir un règlement collectif de dettes, pendant une période de cinq ans à dater du jugement de révocation
...[+++], bien qu'elle n'ait pas posé d'actes frauduleux entraînant la révocation.