Indien de administratie vaststelt dat de onderneming over een werkelijke inrichting of zetel op een andere plaats in België beschikt, zal zij deze plaats in aanmerking nemen voor het bepalen van het fiscaal domicilie (Vraag nr. 1100 van de heer Ludo Van Campenhout van 3 september 2002, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2002-2003, nr. 153 van 27 januari 2003, blz. 19609).
Si l'administration constate que l'entreprise dispose d'un établissement ou d'un siège réel à un autre endroit en Belgique, elle prendra cet endroit en considération pour la détermination du domicile fiscal (Question n° 1100 de M. Ludo Van Campenhout du 3 septembre 2002, Questions et Réponses, Chambre, 2002-2003, n° 153 du 27 janvier 2003, p. 19609).