2) voor de periode van deeltijdse tewerkstelling bewijst de werknemer een aantal dagen dat, omgezet naar een voltijdse tewerkstelling, wel ten minste een eindresultaat van 130 bezoldigde of ermee gelijkgestelde dagen tijdens de gehele referteperiode oplevert.
2) pour la période pendant laquelle il a travaillé à temps partiel, le travailleur apporte la preuve d'un nombre de jours qui, traduit en travail à temps plein, lui fait atteindre au moins 130 jours rémunérés pour l'ensemble de la période de référence.