10. stelt vast dat tussen de lidstaten van de eurozone verschillen bestaan wat betreft het mechanisme voor de tenuitvoerlegging van het monetair beleid, nu bepaalde landen sterker reager
en doordat zij meer schulden tegen variabele rentetarieven hebben; dringt er bij de ECB en de Commissie op aan met een duidelijke analyse van deze verschillen te komen en voorstellen te doen voor eventueel aan te brengen verbeteringen teneinde de tenuitvoerlegging van het monetair beleid te vergemakkelijken; de kans op vernieuwing in Europa kan alleen worden vergroot wanneer het leidmotief van eenheid in verscheidenheid binnen de sociale en economische
...[+++]politiek algemeen aanvaard is;
10. observe que les mécanismes de transmission de la politique monétaire diffèrent entre les pays membres de la zone euro, certains pays étant notamment plus réactifs du fait d'une prédominance de l'endettement à taux variable; demande à la BCE et à la Commission de présenter une analyse claire de ces différences et des éventuelles améliorations à apporter afin de faciliter la transmission de la politique monétaire; considère que les perspectives d'un renouveau en Europe ne peuvent être renforcées que si le principe directeur de l'unité dans la diversité est accepté dans la politique sociale comme dans la politique économique;