De wetgever heeft, door een van het gemeen recht afwijkende termijn op te leggen in een algemene en imperatieve bepaling die wordt geacht te voldoen in alle gevallen, de privébelangen van de schuldeisers ondergeschikt gemaakt aan de hogere belangen van het handelsverkeer (Cass., 27 mei 1994, Arr. Cass., 1994, p. 544).
En imposant un délai de prescription dérogeant au droit commun par une disposition générale et impérative qui est censée être applicable dans tous les cas, le législateur a subordonné les intérêts privés des créanciers aux intérêts supérieurs des relations commerciales (Cass., 27 mai 1994, Pas., 1994, I, n° 270).