In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 3-1319 (Bulletin van Vragen en Antwoorden, nr. 27 van 9 november 2004) stelt de minister van Binnenlandse Zaken het volgende betreffende aangehoude
n vreemdelingen : « Verder geldt de facto dat wanneer het Parket niet vervolgt en de vreemdelingen n
iet worden gevangen gezet en er na controle van zowel identiteit als verblijfssituatie blijkt dat de aangehouden personen niet kunnen gerepatrie
...[+++]erd worden, de Dienst Vreemdelingenzaken conform de wet van 15 december 1980 niet overgaat tot opsluiting in een gesloten instelling »
En réponse à ma question écrite nº 3-1319 (Bulletin des Questions et Réponses, nº 27 du 9 novembre 2004), le ministre de l'Intérieur dit ce qui suit à propos d'étrangers en état d'arrestation : « Pour le reste, il est d'usage lorsque le parquet ne poursuit pas, que les étrangers ne sont pas emprisonnés et qu'à la suite du contrôle d'identité comme de la situation de séjour, il apparaît que les personnes appréhendées ne peuvent être rapatriées, que l'Office des étrangers, conformément à la loi du 15 décembre 1980, ne procède pas à l'écrou de l'intéressé dans un centre fermé ».