Wanneer tijdens het toezicht of anderszins een bevinding wordt vastgesteld, dient de bevoegde autoriteit, onverminderd aanvullende maatregelen die zijn vereist uit hoofde van Verordening (EG) nr. 216/2008 en de uitvoeringsvoorschriften daarvan, de bevinding schriftelijk aan de organisatie mee te delen en te verzoeken corrigerende maatregelen te nemen om het vastgestelde geval van niet-naleving te verhelpen.
Lorsqu’une constatation est établie au cours de la supervision ou par tout autre moyen, l’autorité compétente, sans préjudice de toute action additionnelle exigée par le règlement (CE) no 216/2008 et ses règles de mise en œuvre, communique par écrit la constatation à l’organisme et demande la mise en œuvre d’une action corrective pour traiter la ou les non-conformités identifiées.